In deze paragraaf gaan we, in aansluiting op de toelichting in het hoofdstuk Ontwikkelingen in het financieel kader in deze Begroting, verder in op de financiële positie van de gemeente Arnhem. Deze paragraaf start met een korte uitleg over de financiële positie van de gemeente en een samenvatting van de belangrijkste punten. Aansluitend volgt een uitvoeriger toelichting op:
- de uitkomsten van de financiële kengetallen;
- de uitgangspunten voor beleid;
- het risicoprofiel en het beschikbare weerstandsvermogen;
- de belangrijkste risico's.
Om op een eenvoudige manier uit te leggen hoe de gemeente naar haar financiële positie kijkt, gebruiken we de metafoor van een privépersoon, die naar de eigen financiële positie kijkt: Zijn mijn inkomsten en uitgaven de komende jaren naar verwachting in evenwicht? Zal ik mijn spaargeld aanspreken of kan ik extra sparen? Heb ik in de toekomst wat extra middelen achter de hand als mijn wasmachine kapot gaat? Als een privépersoon een goed en zeker inkomen heeft om zijn huur of hypotheek te betalen, verder geen grote schulden heeft en ook nog over een spaarsaldo beschikt, is de conclusie dat de eigen financiële positie robuust en solide is.
Zo is het ook bij gemeenten. Is het gemeentelijk huishoudboekje de komende jaren in evenwicht? Of zijn er mogelijk overschotten of tekorten? Heeft de gemeente een redelijk goed gevulde ‘bankrekening’ (algemene reserve) en hoe zit het met de schulden van de gemeente? Zijn er buffers voor risico’s, zodat de gemeentelijke dienstverlening ook als risico’s optreden niet meteen hoeft te stagneren?
Door in samenhang te kijken naar de verschillende onderdelen van de financiële positie kunnen we beoordelen hoe robuust de financiële positie van een gemeente is. Dat is waar we in deze paragraaf bij stilstaan.
Bij de voorbereiding van de Begroting 2024 en de financiële prognoses voor 2025 tot en met 2027 heeft de gemeente te maken met onzekerheden, zoals bijvoorbeeld de val van het kabinet, de voorstellen over een nieuwe financieringssystematiek vanuit het Rijk en de (verdere) gevolgen van de oorlog in Oekraïne. De gemeente is in belangrijke mate afhankelijk van de inkomsten van het Rijk.
Bij de voorbereiding van de Begroting sluiten we aan bij de meest recente informatie die het Rijk de gemeenten geeft over de algemene en specifieke uitkeringen. Zoals in de hoofdlijnen van het financieel beleid aangegeven, zal het gemeentefonds vanaf 2026 niet langer via de huidige normeringssystematiek geïndexeerd worden. Dit zorgt voor een forse daling van de gemeentelijke inkomsten vanaf 2026.
Het Rijk stelt de hoogte van de uitkeringen die gemeenten krijgen regelmatig bij. Ook tijdens deze raadsperiode zal dit het geval zijn. Dit kan leiden tot schommelingen in onze inkomsten als gemeente. Bij het inschatten van de risico’s wordt hier rekening mee gehouden.
In bovenstaande afbeelding wordt grafisch een toelichting gegeven over de robuustheid van de begroting, de mate van robuustheid van de buffers om risico's op te vangen en de mate van robuustheid van de balans. Hierna wordt dit tekstueel toegelicht.
- De robuustheid van de begroting: De onzekerheden in het financieel beeld zijn terug te zien in het begrotingsbeeld 2024 – 2027. Keuzes zijn daarin noodzakelijk, gelet op de noodzaak om ook voor het jaar 2027 te zorgen dat de uitgaven de inkomsten niet overtreffen. Om die reden is ook in deze Begroting voorgesteld, zolang deze onzekerheid over de inkomsten vanaf 2026 duurt, een deel van de uitgaven een incidenteel karakter te geven. Aangezien dit in de vorige Begroting 2023 in nog grotere mate is opgenomen, zorgt dit ervoor dat de uitgaven vanaf 2026 lager liggen dan in de jaren ervoor. In alle jaren is sprake van een structureel sluitende begroting, waarbij de jaren 2024 en 2025 wel beduidend positiever zijn dan de jaren vanaf 2026. Er is sprake van robuust begrotingsbeeld.
- De mate van robuustheid van de buffers om risico's op te vangen : Het risicoprofiel (de benodigde weerstandscapaciteit) is opnieuw geactualiseerd. Het risicoprofiel is bij deze begroting met € 26,9 miljoen toegenomen ten opzichte van het jaarverslag 2022 en bedraagt nu € 70,7 miljoen. De belangrijkste wijzigingen in het profiel ten opzichte van het profiel van het jaarverslag 2022 worden later in deze paragraaf toegelicht.
De weerstandsfactor is ten opzichte van de Begroting 2023 gedaald van 1,4 naar 1,0 in 2024. Dit is nog steeds in lijn met de financiële verordening. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn dat het risicoprofiel van de grondexploitatie Kronenburg en het risicoprofiel van de gebiedsvisie Arnhem Spoorzone-Oost voor het eerst in de benodigde weerstandscapaciteit is meegenomen. Daarnaast is bij de gemeentebrede risico's een stijging te zien, waarbij met name het risico rondom opvang Oekraïners is toegenomen. De beschikbare weerstandscapaciteit neemt juist af, door de incidentele inzet van middelen uit de algemene reserve. In 2025 stijgt de weerstandsfactor naar 1,3, waarna deze in 2026 en 2027 weer afneemt tot 1,1. De weerstandsfactor zou in de jaren 2024 tot en met 2027 zonder de vertaling van de woningbouwopgave in Spoorzone Arnhem-Oost jaarlijks tussen 0,6 en 0,7 hoger uitvallen en uitkomen op 1,6 in 2024 oplopend naar 1,8 in 2027.
De meerjarige cijfers van de weerstandsfactor hebben beperkte betekenis. Het risicoprofiel wordt twee keer per jaar in combinatie met de omvang van de beschikbare buffers geactualiseerd en opnieuw berekend. Dat zorgt ongetwijfeld voor andere uitkomsten over die jaren dan nu gepresenteerd. de volatiliteit neemt daarbij toe door de gebiedsontwikkeling.
- De mate van robuustheid van de balans: Hierbij gaat het onder andere om de omvang van de schulden van de gemeente (netto schuldquote) en de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen (solvabiliteit). Zoals later in deze paragraaf wordt toegelicht is de solvabiliteit voor hele begrotingsperiode naar verwachting meer dan 14%. De overige financiële kengetallen zullen zich in 2024 tot en met 2027 in positieve richting ontwikkelen op basis van het beeld, zoals dat nu is opgesteld. De uitkomsten van de financiële kengetallen worden verderop in deze paragraaf toegelicht.
In de meest recente financiële verordening zijn afspraken gemaakt over de financiën van de gemeente Arnhem die invloed kunnen hebben op onderdelen van de financiële robuustheid. De ondergrens van 1,0 en de streefwaarde van 1,4 bij de weerstandsfactor blijven hetzelfde. Nieuw is dat er een streefwaarde van de solvabiliteit opgenomen is van 14%, met 10% als ondergrens. De financiële positie van Arnhem kan op de korte termijn als robuust beschouwd worden.