Paragrafen

Risicomanagement en weerstandsvermogen

Het risicoprofiel wordt bepaald door te inventariseren welke risico's er bestaan en de financiële effecten in te schatten wanneer ze zich voor doen. Daarbij wordt voor de gemeentebrede risico's gebruik gemaakt van de volgende indeling:

Risicoscore

Klasse

Kans

Klasse

Geldgevolg

1

< of 1 x per 10 jaar

10%

1

< € 50.000

2

1 x per 5-10 jaar

30%

2

€ 50.000 - € 200.000

3

1 x per 2-5 jaar

50%

3

€ 200.000 - € 500.000

4

1 x per 1-2 jaar

70%

4

€ 500.000 - € 1.000.000

5

1 x per jaar of >

90%

5

> € 1.000.000

Op basis van een inschatting voor alle risico's van de kans dat het risico zal optreden en het mogelijk financieel gevolg, wordt met behulp van statistische kansberekeningen het mogelijke financieel gevolg van het risicoprofiel van alle risico's samen doorgerekend. De statistische berekeningen, die daarvoor worden gemaakt, zijn een hulpmiddel om te bepalen wat het bedrag is dat we als buffer aan moeten houden om risico's te kunnen afdekken, de zogenaamde benodigde weerstandscapaciteit.
Het voordeel van deze rekenmethodiek is dat rekening gehouden kan worden met het gegeven dat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daardoor is het bedrag aan benodigde weerstandscapaciteit lager dan de optelsom van alle risicobedragen bij elkaar. Deze berekeningen zijn in combinatie met de beschikbare weerstandscapaciteit (de buffers voor risico's) de basis voor de hoogte van de weerstandsfactor.
Bij de bespreking van de begroting is het gebruikelijk om grote betekenis toe te kennen aan de hoogte van de weerstandsfactor. Dat is ook logisch, omdat het een belangrijke indicator vormt voor de financiële positie. Hierbij past wel een duidelijke kanttekening. Het inschatten van risico's met daarbij behorende bedragen en kansen is per definitie geen exacte wetenschap. Ook de berekeningen die op basis daarvan plaatsvinden zijn dat dus niet. Ze zijn een hulpmiddel om in totaliteit een bedrag te bepalen om als buffer voor risico's aan te houden. Enige relativering van de waarde van dit gegeven is zeker op zijn plaats. Daarnaast is het van belang om, zoals reeds is aangegeven, de financiële kengetallen in onderlinge samenhang te bezien en niet uit te gaan van één enkel kengetal als de weerstandsfactor.
Ook bij deze begroting zijn de gemeentebrede risico’s en de risico’s van het grondbedrijf geïnventariseerd om op die manier een beeld te krijgen van het risicoprofiel en benodigde buffer.

De volgende tabel laat zien wat het totale beeld van de benodigde weerstandscapaciteit is:

Benodigde weerstandscapaciteit

Begroting 2023

JV 2022

Prognose 2023

Begroting 2024

90%

90%

90%

90%

Bedragen x € 1.000

Benodigde weerstandscapaciteit

Gemeentebrede risico's

21.727

23.620

30.630

30.630

Corona risico's

671

345

0

0

Risico opvang vluchtelingen Oekraïne

1.806

1.556

0

0

1. Gemeentebrede risico's totaal

24.203

25.521

30.630

30.630

Conjuncturele (marktrisico) en project specifieke risico's grondexploitatie

15.519

16.289

18.089

38.089

Strategisch bezit (mva)

1.813

1.873

1.873

1.873

Anterieure overeenkomsten

96

112

112

112

2. Risico's grondexploitatie

17.428

18.274

20.074

40.074

Gemeentebrede risico’s
Het geactualiseerde gemeentebrede risicoprofiel bestaat voor de begroting 2024 in totaal uit 107 risico’s, terwijl het risicoprofiel bij het jaarverslag 2022 bestond uit 112 risico's.
De volgende mutaties in de risico’s hebben plaatsgevonden:

  • er zijn 14 nieuwe risico's, 19 risico's zijn vervallen en 24 risico's zijn gewijzigd;
  • er zijn geen coronarisico’s meer opgenomen in het risicoprofiel. Van de 3 overgebleven coronarisico’s bij het jaarverslag 2022 is 1 risico vervallen en 2 risico’s zijn nu als een regulier gemeentebreed risico meegenomen;
  • het algehele risico voor de opvang van vluchtelingen Oekraïne, maakt nog deel uit van de gemeentebrede risicoprofiel maar is in de tabellen niet meer als een aparte categorie weergegeven.  
  • er zijn 74 risico's met een financieel gevolg die de benodigde weerstandscapaciteit bepalen. In het jaarverslag 2022 waren dit er 77.

Een overzicht van grote gemeentebrede risico's die met name bepalend zijn voor de financiële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit is opgenomen aan het einde van deze paragraaf. Deze risico's hebben op basis van de inschatting van de kans op voorkomen en het financieel gevolg de meeste invloed op het totale risicoprofiel. In het risicoprofiel is een aantal risico’s opgenomen dat niet in deze paragraaf worden beschreven, om mogelijke juridische en financiële benadeling bij openbaarmaking te voorkomen.

Het risicoprofiel voor de totale gemeentebrede risico's is bij deze begroting met € 5,1 miljoen toegenomen ten opzichte van het jaarverslag 2022.

Deze toename is vooral veroorzaakt door de belangrijkste stijgers en dalers met een grote financiële impact, dit zijn:

Stijgers :

  • Opvang vluchtelingen Oekraïne

Het risico is opnieuw berekend, aantallen vluchtelingen en het bedrag per opvangplek per dag is bijgesteld, het financieel maximum van het risico is verhoogd van € 7,7 miljoen naar € 14,3 miljoen. De kans van het risico is aangepast van 25% in 30%.

  • Tariefstijgingen in de Zorg (Wmo en jeugdzorg)

Het risico is doorgerekend en is naar boven bijgesteld. De kans van het risico is op 80% gebleven. Het financieel minimum is verhoogd van 0 naar € 1,5 miljoen. Het financieel maximum is verhoogd van € 3,0 miljoen, naar € 4,0 miljoen.

  • Jeugdzorg – Volumestijging

De eerste helft van 2023 laat een groei in de kosten voor jeugdzorg zien, en wordt verwacht dat per jongere gemiddeld, zwaardere trajecten worden ingezet. Hiervoor is een nieuw risico is opgenomen met een kans van 90% en een financieel maximum van € 1,5 miljoen.

  • Jeugdzorg – Hervormingsagenda

Het Rijk heeft in het kader van landelijk gemaakte afspraken over de Hervormingsagenda Jeugdzorg voor de komende jaren kortingen ingeboekt op het budget dat gemeenten voor jeugdzorg ontvangen in het Gemeentefonds. Nog onduidelijk is of wettelijke aanpassingen in de Jeugdwet voldoende zijn om deze korting te compenseren. Hiervoor is een nieuw risico is opgenomen met een kans van 70% en een financieel maximum van € 1,5 miljoen.

  • Compensatie stijgende energielasten

Het financieel maximum van het risico is naar boven bijgesteld van € 1 miljoen naar € 2 miljoen.

  • Trolleyinfrastructuur

Het financieel maximum van het risico is aangepast, de kosten van afbouw van het trolleynet kunnen oplopen tot € 10 miljoen. De kans van het risico is laag ingeschat en is 10% gebleven.

  • Doelgroepenvervoer, aanbesteding in het geval vervoerscontracten niet worden verlengd aansluitend aan de initiële periode

Het risico is nu opgenomen met een kans van 90% en een financieel maximum van € 650.000. Het risico was niet gekwantificeerd.  

  • Individuele studietoeslag

De nieuwe regeling individuele studietoeslag is overgegaan van aanvraag bijzondere bijstand naar een inkomensregeling. Rekening moet worden gehouden met een mogelijk tekort voor de gemeente. Hiervoor is een nieuw risico opgenomen met een kans van 60% en een financieel maximum van € 0,8 miljoen.

Dalers:

  • Inkomensregelingen (BUIG); maximaal eigen risico

Het risico is berekend en naar beneden bijgesteld. De kans van het risico is op 70% gebleven. Het financieel maximum is verlaagd van € 8,7 naar € 7,7 miljoen.               

  • Zorgpartijen in financiële problemen

Het risico is opnieuw ingeschat. Het financieel maximum van het risico is verlaagd naar € 1,5 miljoen dit was € 2 miljoen, de kans van het risico is verlaagd van 90% naar 50%.

  • Aanpassing woonplaatsbeginsel Jeugdzorg

Het risico is komen te vervallen, dit is in de begroting opgenomen.

Nieuwe risico's zonder geldgevolg
Van de 33 in het risicoprofiel opgenomen risico's zonder geldgevolg zijn er bij deze begroting 8 nieuw opgenomen. Bij deze risico's is nog niet duidelijk in welke mate ze zich zouden kunnen voordoen. Het gaat hierbij om de volgende risico's:

  • Indexaties incidenteel

Gelet op de onzekerheid omtrent toekomstige kostenontwikkelingen zijn bij de Begroting 2024 sommige budgetten alleen incidenteel geïndexeerd. Mogelijk dat er ook in de toekomst sprake zal zijn van bovengemiddelde prijsstijgingen. Hiermee ontstaat het risico dat voor na 2024 de in de begroting opgenomen budgetten ontoereikend zullen zijn als er geen afdoende beheersmaatregelen worden genomen om deze risico’s  te verkleinen/te elimineren of er geen extra middelen beschikbaar gesteld worden om het structureel te dekken. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om energiekosten voor eigen gebruik, of compensatie voor stijgende (energie)kosten bij subsidiepartners en verbonden partijen.

  • Video Observatie Systeem

In 2023 wordt een aanbesteding opgestart voor het onderhoud (en vervanging) van het Video Observatie Systeem. Dit systeem is noodzakelijk voor het zorgen voor een veilige binnenstad. Er is budget beschikbaar maar het is nog onduidelijk of hiervoor een extra investering gedaan moet worden.

  • Indexatie bouwkosten onderwijshuisvesting

Scholen ontvangen een beschikking voor de bouw van huisvesting. Bij de hoogte van de beschikking wordt rekening gehouden met indexatie tot aan het moment van oplevering. Risico bestaat echter dat de prijsstijgingen in de periode van beschikking tot aan moment oplevering hoger zijn dan waar bij de indexatie rekening mee is gehouden. In principe is dit het risico voor de scholen echter in de praktijk kunnen deze prijsstijgingen niet altijd door schoolbesturen opgevangen worden waardoor dit mogelijk ook een risico voor de gemeente Arnhem betekent.

  • Beschermd Wonen objectief verdeelmodel

Het objectief verdeelmodel Beschermd Wonen wordt met een ingroeipad van 10 jaar ingevoerd. In de eerste 6 jaar vindt een afbouw van historisch budget per centrumgemeente plaats en in 10 jaar een opbouw van objectief budget naar gemeente. De kans bestaat dat de uitstroom van bestaande cliënten langzamer gaat dan de afbouw van historisch budget. Ook bestaat het risico dat het aantal nieuwe cliënten afwijkt van het verwachtte aantal op basis van het objectieve verdeelmodel. Hierdoor ontstaat het risico dat de werkelijke lasten groter zijn dan de begrote lasten. Tot slot bestaat het risico dat het Rijk het budget voor Beschermd Wonen naar beneden bijstelt.

  • Vergrijzing

Door toenemende vergrijzing stijgt de vraag naar zorg. Hierdoor ontstaan mogelijk capaciteitsproblemen en financiële tekorten. Dit speelt bij zorgvormen als woningaanpassingen en hulpmiddelen, huishoudelijke hulp, vervoer en groepsbegeleiding.

  • Toekomstbestendige JGZ / AGZ  

De uitvoering van de verschillende GGD-taken staat onder grote druk als gevolg van diverse ontwikkelingen in de algemene gezondheidszorg (AGZ) en jeugdgezondheidszorg (JGZ). Dit blijkt ook uit een extern gehouden onderzoek.

  • Capaciteit en kwaliteit bezetting JGZ / AGZ                                                                                                       

Onvoldoende deskundig en bevoegd personeel aanwezig en ondercapaciteit binnen JGZ / AGZ (onder andere op forensisch artsen). Dit geldt ook voor de najaarscampagne en de financiering daarvan.

  • Toekomstbestendig Lokaal Aanbod (DVO)                                                                                                        

Naast het regionaal basispakket voert VGGM lokaal extra zorg uit voor zowel wettelijke als niet-wettelijke producten. Om dit aanbod toekomstbestendig te houden is er meerjarige financiële dekking nodig en vindt binnen VGGM een efficiencyslag plaats door de administratieve lastendruk op personeel en staf sterk te verminderen. De zorg is complexer geworden, waardoor het aantal producten binnen het lokaal aanbod is toegenomen. Inzet van capaciteit tussen regionaal en lokaal aanbod eveneens. De huidige wijze van financiering van het lokaal aanbod (éénjarig en op basis van P*Q), leidt tot instabiliteit in de begroting, onzekerheid over baangarantie van JGZ-medewerkers, registratiedruk voor professionals en een tijdrovende offerte- en verantwoordingscylus. Om een hogere kostprijs te voorkomen is bredere inzet noodzakelijk. Advies is om te werken met 4jarige financiering in de vorm van lumpsum met inspanningsverplichting. Zorgprofessionals kunnen dan bijvoorbeeld zelf keuze maken in de te leveren zorg.  Gemeente Arnhem zal kritisch moeten kijken welk lokaal aanbod toegevoegd kan worden aan het regionaal aanbod en dit op een andere wijze te in te kopen, te bekostigen en te verantwoorden.

Grondexploitatie risico's
Het risicoprofiel van de grondexploitaties is geactualiseerd bij de opstelling van Financiële Jaarrapportage Projecten (FJP) 2022. Het geactualiseerde risicoprofiel is meegenomen in het Jaarverslag 2022.
In relatie tot de verplichte tussentijdse winstnemingen wordt in het BBV een onderscheid gemaakt in het conjuncturele risico (marktrisico) en project specifieke risico's.

Gebruikelijk is dat bij de begroting de risico’s voor de grondexploitatie worden aangehouden zoals deze zijn geactualiseerd en vastgesteld bij de FJP en meegenomen in het jaarverslag.
Het aangaan van de nieuwe gebiedsexploitaties bij de verstedelijkingsopgave brengt echter ook nieuwe risico’s met zich mee, die zich vertalen in een beslag op de beschikbare weerstandscapaciteit en die een aanzienlijke ophoging van het risicoprofiel betekenen. Vanwege de omvang zijn de risico’s voor de gebiedsexploitatie Spoorzone Arnhem-Oost en Ontwikkelingsperspectief Kronenburg in beeld gebracht en al bij deze begroting meegenomen:

  • Ontwikkelperspectief Kronenburg  

De grondexploitatie Kronenburg is in februari 2023 vastgesteld. De projectspecifieke risico’s en daarbij opgeteld het conjuncturele risico voor Kronenburg komen uit op een bedrag van € 1,8 miljoen. Dit bedrag is bij het risicoprofiel Begroting 2024 (jaarschijf 2023) opgenomen.

  • Spoorzone Arnhem-Oost

Voor de verstedelijkingsopgave Spoorzone Arnhem-Oost worden naar verwachting begin 2024 meerdere grondexploitaties vastgesteld, die dan bij de FJP 2023 worden meegenomen. Voor de totale risico’s van de Spoorzone is op basis van meerdere scenario's een inschatting gemaakt, uitgegaan wordt van een bedrag van € 20 miljoen voor het risicoprofiel Begroting 2024. Bij de vaststelling van de grondexploitaties wordt het risicoprofiel geactualiseerd.

Het risicoprofiel voor de grondexploitatie risico’s is bij deze begroting met  € 21,8 miljoen toegenomen ten opzichte van het jaarverslag 2022.

Conclusie risicoprofiel
Zoals toegelicht is het totale risicoprofiel voor de gemeentebrede en de grondexploitatie risico’s, ten opzichte van eerdere inschattingen bij de Jaarrekening 2022, met € 26,9 miljoen gestegen.

Deze pagina is gebouwd op 07/17/2024 10:34:02 met de export van 07/17/2024 10:13:38